Toepassing en handhaving
De toepassing is niet vrijblijvend. De principes zijn leidend. Tot 2017 gold dat een bepaling werd toegepast of dat een afwijking ervan goed gemotiveerd kon worden uitgelegd. Het bekende ‘pas-toe-of-leg-uit-beginsel’.
Sinds 2017 gaan de brancheorganisaties op een andere manier om met dit beginsel. Soms is bij toepassing juist uitleg nodig (pas toe en leg uit). Soms kan afwijking niet aan de orde zijn (pas toe!). De BoZ ziet weinig heil in ‘afvinkgedrag’. Afvinkgedrag betekent aan de regels voldoen omwille van die regels, waarbij de bedoeling uit beeld is geraakt. Dat is niet wat deze code beoogt. De bedoeling van de code en de dialoog moeten centraal staan.
De bepalingen in de code verschillen van karakter. Bij een open geformuleerde bepaling zal er geen behoefte zijn om af te wijken, maar is de vraag hoe de bepaling concreet wordt toegepast veel belangrijker. Bij een gesloten geformuleerde bepaling kan vanwege dat gesloten karakter de toepassing (te) dwingend zijn. Dan kan de toepassing van het principe waar de bepaling bij hoort, gediend zijn met een goed gemotiveerde en toetsbare onderbouwing van een alternatieve invulling die tot een betere uitkomst leidt. De zorgorganisatie is daarover transparant en legt er verantwoording over af.
De breed gedragen normen en gedragsregels die in deze code staan, zijn niet vrijblijvend. Zorgorganisaties kiezen ervoor deze toe te passen, hierin transparant te zijn en er verantwoording over af te leggen. Daarnaast leert de rechts- en toezichtspraktijk dat de naleving van de code allerminst een vrijblijvende zaak is.
Toepassing en handhaving van de code
De raad van bestuur en de raad van toezicht van de zorgorganisatie hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid voor de integrale toepassing van de code. Ze zijn daar transparant over en verantwoorden zich over de keuzes die ze daarin maken.
Signaleren van afwijkingen van de code is in de eerste plaats een interne aangelegenheid. Het is de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur en van de raad van toezicht om afwijkingen te signaleren en te zorgen voor zodanige verbeteringen, dat wel aan de code wordt voldaan.
Als de raad van bestuur zich niet aan de code houdt, dan grijpt de raad van toezicht in. Als de raad van toezicht niet ingrijpt of zich niet aan de code houdt, moeten andere wegen worden bewandeld.
De branches streven naar een cultuur waarin leden elkaar aanspreken op afwijkingen van de code. De brancheorganisaties hebben daarnaast voor het oordeel over de juiste toepassing van de code de Governancecommissie Gezondheidszorg ingesteld, waar belanghebbenden zoals een medezeggenschapsorgaan, maar ook externe organisaties zoals bijvoorbeeld een familievereniging of een brancheorganisatie, een toetsingsverzoek kunnen voorleggen.
De Governancecommissie onderzoekt het toetsingsverzoek en doet een uitspraak die gepubliceerd wordt op de website van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg.
Een uitspraak van de Governancecommissie dat de code niet goed is toegepast, zal er toe moeten leiden dat de zorgorganisatie zelf haar governance aanpast overeenkomstig de uitspraak van de Governancecommissie. Als dat niet gebeurt, komt de brancheorganisatie in actie. De brancheorganisatie neemt het oordeel van de Governancecommissie over voor haar optreden.
De brancheorganisatie gaat in overleg met de raad van bestuur en/of de raad van toezicht van het betreffende lid om de governance aan te passen. Als dit geen resultaat heeft, kan de brancheorganisatie maatregelen nemen, waaronder schorsing of royement van de betreffende zorgorganisatie als lid. Dat laat onverlet dat externe toezichthouders vanuit hun eigen verantwoordelijkheid kunnen reageren op zorgorganisaties waar de governance niet op orde is.