Vorm en inhoud
Deze code stelt goede governance centraal, die de randvoorwaarden moet bieden voor ‘goede zorg’ aan ‘de cliënt’. Met deze containerbegrippen wordt echter onvoldoende recht gedaan aan de breedte, reikwijdte en diversiteit van ‘de zorgsector’. Achter deze begrippen kan afhankelijk van de branche of zorgorganisatie, de inzet voor gelijkwaardigheid, wederkerigheid, dienstbaarheid, het streven naar een gezonde, sociale en veilige samenleving, de beste behandeling en begeleiding, veiligheid, preventie, emancipatie en participatie, eigen regie of kwaliteit van leven of bestaan schuilgaan. Deze code leent zich niet voor een gedetailleerde uitwerking van al deze aspecten, maar moet in zijn concrete toepassing wel vanuit die verschillende perspectieven op zorg begrepen worden.
De brancheorganisaties hebben gekozen voor een gezamenlijke code. Wat de governance betreft is er sprake van breed gedragen opvattingen en daarmee is er meer wat hen bindt dan scheidt.
De code is op zeven principes gebaseerd. Die principes zijn vervolgens uitgewerkt in bepalingen of gedragsregels die de concrete toepassing van het principe beschrijven, soms voorafgegaan door een korte introductie. De principes gelden in beginsel voor alle rechtsvormen. In een aanvullend hoofdstuk wordt ingegaan op de toepassing van de code in specifieke situaties.
Wat wettelijk geregeld is, is niet in deze code opgenomen, tenzij het weglaten van wat wettelijk geregeld is afbreuk doet aan de consistentie of hanteerbaarheid van de code. In deze vernieuwde code is in dit licht een aantal bepalingen verdwenen ten opzichte van de code 2017, omdat deze bepalingen nu zijn opgenomen in wetgeving, voor zover van kracht of bekend op 1 september 2021.